Op de zeer hoge leeftijd van 97 jaar overleed zondag in een verzorgingstehuis oud-speler Piet Eversteijn (op de foto onderaan, derde van links). Van het ADO-elftal, dat op 21 juni 1942 voor de eerste keer kampioen van Nederland werd, is nu niemand meer in leven. Van het team, dat een jaar later de landstitel prolongeerde en waarvan Piet Eversteijn ook deel uitmaakte, is alleen doelman Dolf Niezen overgebleven.
Piet Eversteijn kwam uit een echte ADO-familie. Ook zijn broers Frans, Joop en Gerard speelden voor de club. In hun vader hadden zij een zeer meelevende supporter, die praktisch altijd bij de wedstrijden aanwezig was. Piet en Joop (ruim drie jaar geleden overleden) werden vaste spelers van het eerste elftal en waren zeer succesvol. Zowel Piet als Joop brachten talloze – vaak van doorslaggevend belang zijnde - doelpunten op hun naam. Piet was een kopsterke midvoor. Hij debuteerde in 1937 als speler van het eerste elftal. Op 23 oktober 1938 maakte hij zijn eerste doelpunt voor ADO 1 in de vriendschappelijke uitwedstrijd tegen BMT (3-6). Een klein jaar later, op 1 oktober 1939, scoorde hij tijdens ADO-KFC (6-2) voor de eerste keer in competitieverband. Toen al tekende zich de contouren af van het elftal, dat onder trainer Wim Tap, grote successen zou gaan behalen. Driemaal legde ADO beslag op de titel in de eerste klasse (toen het hoogste nationale niveau) en driemaal mocht de ploeg daardoor meedoen aan de nacompetitie om de landstitel. Twee keer was ADO daarin de sterkste. In die periode was Piet Eversteijn als voetballer op zijn best. Hij reeg toen ook persoonlijke hoogtepunten aaneen.
Op 21 juni 1942 had Piet Eversteijn met zijn productie van drie doelpunten een belangrijk aandeel in de zege van 5-2 in de beslissende (thuis)wedstrijd om de landstitel tegen AGOVV. Tweemaal werkte hij een achterstand weg en hij tekende voor de eindstand. Broer Joop maakte furore met de befaamde snoekduik, waarmee hij koppend voor 3-2 zorgde. Op 30 mei 1943 maakte Piet Eversteijn vier doelpunten in de thuiswedstrijd voor de kampioenscompetitie tegen Heerenveen (met Abe Lenstra), dat met 8-2 werd geklopt. In de beslissende wedstrijd om de nationale titel op 14 juni 1943, thuis tegen SC Enschede dat met 1-0 werd geklopt, was Piet Evesteijn ook van de partij.
In het begin van de jaren veertig speelde Piet Eversteijn een aantal wedstrijden voor het Haags Elftal. In juni 1940 werkte het Haags Elftal een competitie af met KNVB-teams van de afdelingen Amsterdam, Utrecht en Haarlem. Op 14 juli speelde Piet Eversteijn met het Haags Elftal tegen het Nederlands elftal, dat met 5-1 won.
Tot het begin van de jaren vijftig maakte Piet Eversteijn deel uit van het eerste elftal. Waar zijn broer Joop nog jarenlang doorvoetbalde in de lagere teams van ADO, daarnaast trainer was van diverse amateurclubs en uiteindelijk geruime tijd bestuurslid betaald voetbal werd bij ADO, stopte Piet als voetballer. Hij werd trainer van onder meer Quick Steps.
Naast het voetbal moest Piet Eversteijn zich ook wijden aan zijn maatschappelijke loopbaan. Van full of semiprofessionalisme was toen nog lang geen sprake. Na een studie aan de tekenacademie werd Piet Eversteijn bouwkundig tekenaar bij Bouw- & Woningtoezicht in Wassenaar.
Op 31 januari 2015 vormde Piet Eversteijn, toen 95 jaar, even het middelpunt bij de viering van het 110-jarig bestaan van ADO Den Haag en bij de opening van het ADO Den Haag Museum. In de toen gehouden toespraken werd aandacht besteed aan zijn aanwezigheid en viel hem een warm applaus ten deel. Hij genoot er zichtbaar van en glom van trots. Op het podium wilde hij niet komen, omdat hij dat emotioneel te veel achtte.
ADO Den Haag is Piet Eversteijn dankbaar voor alles wat hij heeft betekend. Wij zullen dat nooit vergeten. Mogen deze woorden de nabestaanden tot troost zijn en de kracht geven het verdriet over het verlies te verwerken.
Frans Leermakers