Na lang onderhandelen hebben de clubs uit de Eredivisie donderdag tijdens de vergadering over de veranderagenda overeenstemming bereikt over enkele belangrijke afspraken. Het akkoord werd bereikt na bijna een jaar onderhandelen.

“Het was een lang en moeizaam proces”, laat Algemeen Directeur Mattijs Manders van ADO Den Haag weten na het akkoord. “Precies een jaar geleden was de eerste vergadering van vennoten, met deze onderwerpen op de agenda. En omdat alle clubs naast de belangen van de Eredivisie ook hun eigen belang te verdedigen hebben, duurde het allemaal vrij lang.”

Over de volgende punten is onder meer overeenstemming bereikt.

  • De Eredivisie blijft bestaan uit 18 clubs. Er komt geen ander format. Er was geen meerderheid voor een verkleining tot zestien clubs.
  • Bij het opstellen van het speelschema wordt voortaan rekening gehouden met clubs die Europees voetbal spelen. Bovendien stromen die clubs in het toernooi om de KNVB Beker één ronde later in. 
  • Clubs uit de Eredivisie gaan meedelen in de Europese bonussen; de clubs die actief zijn in de Champions League of Europa League dragen 5 procent van de Europese inkomsten af aan de clubs die in de Eredivisie op natuurgras spelen. Mochten er clubs overwinteren in Europa, dan wordt er een bonus van 3,75 procent verdeeld. Hiervan profiteren alle clubs uit de Eredivisie; ook de clubs die op kunstgras spelen. De bonus van 5 procent wordt gezien als aanmoediging voor ‘kunstgrasclubs’ om versneld over te stappen op een natuurlijke grasmat. 
  • Er gaat meer betaald worden bij transfers tussen clubs uit de Eredivisie. De opleidingsvergoeding wordt vanaf volgend seizoen berekend vanaf het seizoen waarin de speler 11 jaar wordt. Dit is een verschuiving ten voordele van de club. Daarnaast gaat ook de jaarvergoeding flink omhoog. Aan een categorie 1-club als ADO Den Haag zal een bedrag van 35.000 euro per opleidingsjaar betaald moeten worden. Ook de bedragen voor de clubs in categorie 2 en 3 stijgen flink.

Opleiden blijft lonen
Manders kijkt tevreden terug op de onderhandelingen en de voorlopige uitkomsten hiervan. “Ik denk dat er voor zowel de Eredivisie als voor onze club een voldoende resultaat is geboekt. Iedereen kijkt toch ook een beetje naar de eigen belangen. Het blijft door de verhoging van de opleidingsvergoedingen lonen om spelers op te leiden. Door de nieuwe regelgeving zijn jeugdspelers en hun clubs ook beter beschermd. Het is voor ons belangrijk om spelers voor ons eerste elftal op te leiden en als er nu een talent vroegtijdig door een andere club wordt weggeplukt, staat daar een substantieel bedrag tegenover. Het blijft dus zinvol om in de eigen opleiding te investeren.”

Verder is de directeur van ADO Den Haag ook tevreden met de uitkomst van de kunstgrasdiscussie. “De druk is nu wat van de ketel. Wij blijven voornemens om op termijn naar natuurgras terug te keren. Zeker omdat de vijf procent bonus voor ADO Den Haag een substantiële bijdrage is. Maar we kunnen nu de tijd nemen om de noodzakelijke beslissingen te nemen. Geen afstel dus, maar wel ruimte op de tijdlijn. Dat geeft wat meer rust. En dat geldt ook voor het aantal deelnemers in de Eredivisie. Er was een rapport dat aantoonde dat een Eredivisie met 16 clubs meer rendement zou opleveren, maar al snel in het afgelopen vergaderjaar bleek het afscheid nemen van twee clubs onhaalbaar.”