In de roemrijke historie van ADO Den Haag speelt het Zuiderparkstadion een zeer nadrukkelijke rol. Ondanks de beoogde verhuizing naar het Forepark, zal het Zuiderparkstadion – mede dankzij de vele legendarische wedstrijden die er gespeeld werden – altijd een speciale plek in de harten van de ADO Den Haag-supporters blijven houden.
Het Zuiderparkstadion reflecteert voor een groot deel de cultuur van ADO Den Haag. Niet in de laatste plaats door de Engelse sfeer die het stadion oproept; tribunes dicht op het veld, supporters die 90 minuten lang achter hun club staan en een thuisploeg die met de nodige “Haagse bluf” altijd voor elke meter strijdt. Hard maar fair.
De eerste jaren
De oprichters van ADO speelden in 1905 op een veldje aan de voet van de Haagsche Toren. In de jaren de daaropvolgende jaren leidde ADO een zwervend bestaan. Uiteindelijk verhuisde de club voor de negende en laatste maal in 1925 naar het Zuiderpark.
Op 18 oktober 1925 had wethouder mr. P. Droogleever Fortuyn het genoegen het nieuwe complex van ADO te openen. Zijn inspanningen waren uitgemond in een voor ADO kostbaar bezit van drie velden, een voor die tijd welhaast ondenkbare weelde.
De publieke belangstelling was na de opening vaak overstelpend. De bouw van tribunes rond het hoofdveld bleek beslist geen overbodige luxe. Rond het trainingsveld verrees ADO’s allereerste lichtinstallatie. Op 28 oktober 1928 werd een overdekte tribune met ruim duizend plaatsen in gebruik genomen. Deze tribune maakt momenteel nog deel uit van het Zuiderparkstadion, waarvan ADO Den Haag bespeler is.
Het bestuur deed op de buitengewone algemene ledenvergadering van 26 juni 1936 een opmerkelijk voorstel om het Zuiderpark te verlaten. Er kon geen overeenstemming bereikt worden met de Stichting Zuidersportpark over de huur van het complex. Daarom werden plannen gelanceerd te verhuizen naar een particulier terrein aan de Kerkehout in Wassenaar. Het Zuiderpark bleef echter de thuishaven, omdat er na zeer langdurige en moeizame onderhandelingen alsnog een akkoord werd bereikt met de Stichting Zuidersportpark.
De jaren veertig
In februari 1945 werd het veertigjarig bestaan op 21 februari 1945 in de hongerwinter gevierd met een ‘eenpansmaaltijd’. Ruim een maand later deed het bestuur de trieste constatering, dat al het hout van de tribunes in het Zuiderpark was gesloopt. Het gebrek aan brandstof noopte velen tot een begrijpelijke nietsontziende jacht naar hout voor de majo-kachels thuis. Het gras op de velden groeide naar believen. Bedragen van fl. 1000,= tot ruim fl. 3000,= werden geboden om er paarden te laten grazen. De edele viervoeters zouden overigens alleen aan de zijkanten zich te goed mogen doen.
In de strenge voetballoze winter van 1946-1947 verkeerde de accommodatie in het Zuiderpark in deplorabele toestand. Alleen de overdekte tribune was nog in ordentelijke staat. De accommodatie moest grondig gerenoveerd worden, maar… de financiële consequenties zouden ADO een rib uit het lijf zijn. De gemeente vroeg immers aanvankelijk een pachtsom, die de draagkracht van de vereniging ver te boven zou gaan en wilde bovendien een tribune bouwen voor niet meer dan slechts 5000 toeschouwers.
Uiteindelijk besloot ADO de gammele accommodatie en de opstallen maar van de gemeente te kopen en vervolgens ook zelf laten renoveren. Maar liefst fl. 90.000,= was hier mee gemoeid. Op 5 mei 1949 ging de eerste spade de grond in voor de nieuwe ‘lange zij’. Drie maanden later was de metamorfose van het Zuiderpark een feit. De gerenoveerde accommodatie werd op 9 augustus 1949 ingewijd met een erewedstrijd tussen ADO en Feyenoord (2-4).
De jaren vijftig
In 1957 maakte ADO een begin met de uitvoering van zijn reeds lang gekoesterde bouwplannen, die moest leiden tot een uitbreiding van de accommodatie. De toeschouwerscapaciteit zou worden verhoogd van 14.000 tot 25.000. De uitbreiding zou in fasen geschieden. In de zomer van 1957 werd hiermee begonnen, ondanks de aanvankelijke weigering van de gemeente garant te staan voor een lening. ADO, door de vele uitverkochte huizen beschikkend over wat pecunia, toog met eigen krachten aan het werk. Later, in augustus stelde de gemeente zich garant voor een lening van fl. 87.600,=.
De eerste bouwfase omvatte de aanleg van een nieuwe omheining van het veld, een tribune voor jeugdleden aan de Zuiderparkzijde en een nieuwe tribune aan de Moerwijkzijde, waarmee de toeschouwerscapaciteit zou worden uitgebreid tot 19.000. De ruimte voor het nieuwe bouwwerk was ontstaan, doordat buurman BMT, met het bij ADO reeds enige jaren inwonende VCS, verhuisde naar een nieuw complex aan de Dedemsvaartweg.
Een van de laatste daden van algemeen voorzitter Nico de Doelder, die 22 jaar als bestuurder aan de club verbonden was, betrof de totstandkoming van een nieuw overdekte tribune aan de ‘lange zij’, waarbij de toeschouwerscapaciteit tevens werd uitgebreid tot 28.500. Voorzitter Meuleman van de KNVB stelde de nieuwe tribune op 17 oktober 1967 officieel in gebruik. Dit gebeurde in aanwezigheid van o.a. vertegenwoordigers van de gemeente Den Haag, die zich garant had gesteld voor de door ADO aangegane lening van fl. 800.000,=.
De jaren zestig en zeventig
Eind jaren zestig ging het gedrag van een deel van het publiek achteruit. Dit uitte zich de laatste jaren in het steeds maar weer betreden van het veld tijdens de wedstrijden. Dit leidde ertoe, dat de KNVB besloot, dat alle stadions van profclubs moesten worden voorzien van hoge hekken. In het Zuiderpark tuurde het publiek sinds de zomer van 1970 door het gaas.
Voor FC Den Haag was 8 maart 1973 een hoogtijdag. Wethouder Vink opende die dag namelijk het clubgebouw met een modern restaurant, dat zelf zou gaan worden geëxploiteerd. Met de boven het horecagedeelte gelegen comfortabele bestuurskamer en het spelershome vormde het nieuwe bouwwerk een parel in het Zuiderpark. Twee dagen na de opening was er een ‘open dag’ met een optreden van de in die dagen veel opwinding veroorzakende artiesten Barend Servet en Harrie Touw. Het publiek kwam er in groten getale op af. Met de opening van het clubgebouw – op de plaats van het oude, dat vanaf 1931 dienst had gedaan – was de eerste fase van een serie verbeteringen aan het stadion afgesloten. Een bouwcommissie, gevormd met ambtenaren van de gemeente Den Haag, had immers een lijst opgesteld met dringende verbeteringen. (Vernieuwing lichtinstallatie, overkapping korte zijden, nieuwe eretribune). Deze zouden al naar gelang de financiën het toelieten geleidelijk worden uitgevoerd.
Sneller dan verwacht werden in 1976 de tribunes achter de doelen in het Zuiderparkstadion voorzien van een overkapping. De gemeente Den Haag maakte in de zomer van 1976 het voornemen daartoe, waarmee fl. 1,2 miljoen gemoeid was, bekend. Een en ander was tevens bedoeld om de Sleephelling Maatschappij Scheveningen een periode van een minder goed gevulde orderportefeuille te helpen overbruggen. Op 17 februari 1977 werd de eerste paal geslagen, in de zomer van 1977 was het karwei gereed.
Het nieuwe bestuur pakte in 1977 de zaken energiek aan. Nog niet eens een half jaar in functie zijnde, was reeds een ‘vijfjarenplan’ ontwikkeld, waarvan de eerste fase (bouw dug-outs en aanbrengen nieuwe afrastering) in de zomer van 1977 al reeds was gerealiseerd. De volgende fase omvatte uitbreiding en renovatie van het clubgebouw. De derde fase voorzag in de bouw van een overdekte zittribune. Voorts stond de aanleg van een lichtinstallatie rond het hoofdveld van de amateurclub in opbouw op het verlanglijstje. Er was een ‘Club van Vijftig’ opgericht, waarvan de enthousiaste leden grif een bedrag van ruim fl. 7.500,= betaalden voor het ‘Bouwfonds tribune’. Tenslotte werd de VVA, de ‘Vrienden van ADO’ op nieuwe leest geschoeid.
Omstreeks het middenuur sloeg voorzitter Rob Hermanie op 13 juli 1978 de eerste paal voor het nieuwe clubgebouw, dat het oude, dat niet meer aan de moderne eisen voldeed, moest vervangen. Slechts delen van enkele muren bleven staan, waardoor er sprake was van praktisch totale nieuwbouw. Toen het ontwerp van de jonge Delftse architect Marcel Eekhout werkelijkheid was geworden, kwam menigeen, niet alleen binnen ADO, superlatieven tekort om zijn bewondering uit te drukken. ADO beschikte over een veel ruimere kantine, een aparte luxe bar en op de eerste verdieping riante ruimten voor bestuur en commissies en een dakterras.
In aanwezigheid van talrijke genodigden stelde erevoorzitter D.N. Lelyveld het nieuwe clubgebouw, dat ruim fl. 900.000,= had gekost, op 3 februari 1979 officieel in gebruik. Hij deed dit door een zeer fraai kunstwerk aan de buitenmuur van ADO’s nieuwste aanwinst te onthullen. Het kunstwerk, naar ontwerp van de heer J.F. Hartman, was het resultaat van uitermate vakkundig laswerk van de heren Van Maren, Verbeek, Van Dijk en Ypey.
De jaren tachtig en negentig
Op 3 april 1982 stak een aantal aanhangers de uit 1928 stammende oude houten Eretribune in brand. Dit gebeurde nadat FC Den Haag de thuiswedstrijd tegen Haarlem kansloos had verloren met 4-0 en voor het eerst degradatie uit de Eredivisie dreigde. Wat restte was een smeulende puinhoop en nadien een kale plek die oud-voorzitter Dé Stoop karakteriseerde als een holle kies in het Zuiderpark. In april 1986 stelden de Haagse sportwethouder Piet Vink en de toenmalige staatssecretaris van sport, Joop van der Reijden, stelden de nieuwe tribune officieel in gebruik, die kwam op de plaats van de oude eretribune en twee 'mecanodozen'die de oude tribune flankeerden. De nieuwe Zuidtribune kwam mede tot stand dankzij de gemeente Den Haag en voorzitter Dé Stoop. Onder de tribune waren een dartscentrum, een restaurant en de biljartvereniging Samonda ondergebracht. Later kwam daar ook nog het kantoor van de Haagse Raad voor Sport en Recreatie (HRSR) bij.
Op 1 maart 1987 werd de competitiewedstrijd FC Den Haag-Ajax in de rust bij de stand 0-2 gestaakt vanwege ongeregeldheden op de Noordtribune en de Oosttribune. Op last van burgemeester Havermans van Den Haag mocht de Noordtribune voorlopig niet meer worden gebruikt. In juni 1987 bereikte FC Den Haag de bekerfinale. Ajax was daarin tegenstander. Geen gemeente wilde de finale binnen haar grenzen laten spelen. Uiteindelijk besloot de gemeente Den Haag de wedstrijd onder zeer strenge voorwaarden en veiligheidsmaatregelen de finale in het Zuiderparkstadion toe te laten. Alleen de Zuidtribune mocht worden gebruikt en de wedstrijd moest bij daglicht worden gespeeld (aanvang 18.00 uur). De wedstrijd verliep zonder incidenten, maar eindigde toch nog bij invallende duisternis omdat een verlenging noodzakelijk was. Ajax won met 4-2.
In de loop van 1988 werd de Noordtribune aangepast. Alle staanplaatsen moesten verdwijnen. Alleen in het midden was nog een ruimte voor ongeveer duizend staanplaatsen gecreëerd. Op 7 november 1993 ging een nadrukkelijke wens van supporters van Midden-Noord in vervulling. De Noordtribune heette voortaan de Aad Mansveldtribune. Vlak voor de competitiewedstrijd tegen De Graafschap werd boven de middendoorgang een plaquette van Aad Mansveld onthuld. Dit geschiedde door Ruud en Sandra Mansveld, de kinderen van de op 5 december 1991 op slechts 47-jarige leeftijd overleden oud-speler en -aanvoerder.
In de zomermaanden van 1994 moesten alle voetbalclubs in het Zuiderpark elders onderdak zoeken om plaats te maken voor de Wereldruiterspelen. Nadien was o.a. het stadion geruime tijd onbruikbaar. De koptribunes werden gesloten, het beton werd gesloopt, zandheuvels resteerden. Konijnen hadden vrij spel. Zij kozen ook de velden in het Zuiderpark als hun terrein met de gevolgen van dien. Om de konijnenstand tot beheersbare proporties terug te brengen werden vossen uitgezet.
In het najaar van 1994 besloot de gemeente Den Haag het uit het begin van de jaren negentig daterende plan voor het publieksvriendelijk maken van het Zuiderparkstadion uit te voeren in het kader van het zogenaamde project 'Voetbaltheater'. Hekken moesten weg, vaders en moeders moesten met hun kinderen weer veilig naar het stadion kunnen en daar terecht kunnen in zogenaamde gezinstribunes. Zo kwam mede de Jan Knijnenburg Gezinstribune (Westtribune) tot stand, waar ook een voor rolstoelers een op- en afrit werd gemaakt. Op 5 februari 1995 stelde de toenmalige Haagse wethouder van economische zaken Rob van de Laar vóór de wedstrijd FC Den Haag-Telstar officieel in gebruik. Sponsor Jan Knijnenburg leverde een belangrijk aandeel in de realisering van de renovatie van de tribune, vandaar de naamskoppeling. De Noordtribune werd geheel omgebouwd tot zittribune.
Op 1 augustus 1996 werd met de eerste wedstrijd om de Residentie Cup tussen ADO Den Haag en FC Barcelona de door het bedrijf van sponsor Ed Maas gesponsorde Statenprojecttribune (Oosttribune) officieel in gebruik genomen. Deze tribune bestaat sindsdien geheel uit geelgroene vakken met kuipstoeltjes.
In augustus 1997 verhuisde de administratie van het kantoor in de catacomben van de Zuidtribune naar het voormalige kantoor van de Haagse Raad voor Sport en Recreatie (HRSR), de ruimte waar nu het kantoor is gevestigd. De lichtinstallatie werd verbeterd, de lichtsterkte werd van 300 naar 650 lux verhoogd. Voorts werd de geluidsinstallatie gemoderniseerd. Deze was voortaan compartimenteel, per tribunevak afzonderlijk, te bedienen.
In het voorjaar van 1998 werd achter de Zuidtribune een grote parkeerplaats aangelegd. Voorheen was er een speeltuin, vervolgens een open gravelveld dat na een regenbui veranderde in een zuigende modderpoel. Nu was er een parkeerruimte voor ongeveer 200 auto's gecreëerd. Op 4 april van dat jaar stelde wethouder Pierre Heijnen de Business Lounge in het voormalige dartscentrum officieel in gebruik. Daarmee was ADO Den Haag en haar businessclub een voor die tijd moderne en representatieve ruimte rijker.
De laatste opmerkelijke verandering in het Zuiderparkstadion voltrok zich in het seizoen 2001-2002. Toen kreeg de Westtribune een andere naam. De Jan Knijnenburgtribune heette voortaan de Hyundaitribune. Elftalleider Didi Vathauer ging via zijn bedrijf Vathauer en Dochters deze tribune sponsoren.
Farewell Season
Het seizoen 2006/2007, waarin ADO Den Haag haar laatste wedstrijden in het Zuiderparkstadion speelt, gaat de boeken in als het Farewell Season. Dit memorabele voetbaljaargang stond in vele opzichten in het teken van het naderende afscheid van de thuishaven van ADO Den Haag, die al sinds 1925 dienstdoet.
Ten behoeve van het Farewell Season werd een speciaal logo ontwikkeld. Dit logo werd het gehele seizoen in de vorm van een badge door de spelers van ADO Den Haag op de linkermouw van zowel het thuis- als reservetenue gedragen. Op basis van dit logo diverse Farewell Season-merchandise ontwikkeld.
De laatste, reguliere competitiewedstrijd van het Farewell Season vond plaats op zondag 22 april 2007 tegen FC Groningen.