Oud-speler Peter Hoet is op 76-jarige leeftijd overleden.

Hoet was in de jeugd bij ADO al snel een opvallend talent. Een aanvaller met een neus voor doelpunten. Van zijn fysiek moest hij het niet hebben: hij was relatief klein van stuk en was ook wat zacht van karakter. Hoet beschikte over een goed inzicht en technische vaardigheid. Hij maakte deel uit van een goede lichting van het jeugdelftal van ADO in de tweede helft van de jaren vijftig (met onder anderen Martin van Vianen, Sjaak Smit, Theo Verlangen en Jaap Advocaat, de oudere broer van bondscoach Dick).

Hoet debuteerde al op 18-jarige leeftijd in het eerste elftal van ADO en pikte regelmatig zijn doelpuntje mee. Hij speelde in de periode van 1959 tot en met 1965 uiteindelijk ‘slechts’ 59 competitiewedstrijden in het eerste van ADO in de Eredivisie en scoorde daarin 16 keer. Daarvan maakte hij er 10 in het seizoen 1962-1963. Hoet was dat seizoen ook clubtopscorer. Hij maakte ook deel uit van het ADO, dat in 1963 de finale speelde van de strijd om de KNVB Beker tegen Willem II. De Tilburgers wonnen in het Zuiderpark met 3-0.

Het relatief bescheiden aantal wedstrijden, dat Peter Hoet speelde, kwam buiten perioden van blessures mede doordat ADO in diverse opzichten een overgangsperiode doormaakte: ten eerste van relatieve nieuwkomer in de Eredivisie naar een stabiele Eredivisieploeg die uiteindelijk uit zou groeien tot een structurele subtopper in het eind van de jaren zestig. En een overgangsperiode van trainer Rinus Loof naar Ernst Happel, die wel de technische kwaliteiten waardeerde, maar tegen zijn fysieke mogelijkheden zijn twijfels had. Hierdoor speelde Hoet nog samen met oud-gedienden als Theo Timmermans, Lex Rijnvis, Carol Schuurman, Mick Clavan, maar ook met Jan Villerius, Ton Thie, Aad Mansveld, René Pas, Harry Heijnen.

Peter Hoet maakte ook korte uitstapjes naar SHS en RCH. Bij de laatste club trof hij ook oud-ADO’ers als Jan Villerius, Chris Croes, René Pas en Carol Schuurman en de latere Ajax-bestuurder Arie van Eijden en het toen ontluikende talent Johan Neeskens. Zijn laatste club als actief voetballer was RVC, destijds een opkomende club in het zondag-amateurvoetbal. Als trainer diende Peter Hoet TONEGIDO, SJC, BEC, Duindorp SV, BTC, VVP, Archipel, DSO en Celeritas. Ook was hij coach van jeugdselecties van de Haagse Voetbalbond.

Hoet had als pure liefhebber en bijna idealistische ideeën over voetbal veel oog voor jonge talenvolle voetballers. Om hen beter te maken gaf hij hen extra training, op voorwaarde dat zij er ook echt voor wilden gaan. Was daarvoor op het veld van de club die hij diende geen ruimte en week hij bijvoorbeeld uit naar de speelweide in het Zuiderpark. Zo droeg hij bij aan de ontwikkeling van onder anderen Kenneth Monkou, die hij onder zijn hoede had bij VVP (na fusie met GDS inmiddels SV Erasmus). Hij begeleidde Monkou ook bij diens overgang naar Feyenoord in 1985. Drie jaar later ging Monkou naar Chelsea. In Engeland zou Monkou ook uitkomen voor Southampton en Huddersfield. Andere talenten met wie hij werkte waren René den Os en Chris Treling bij BEC (de twee gingen later naar FC Den Haag) en Jan Kuijt (Duindorp SV), die ook zou overstappen naar FC Den Haag.

Peter Hoet speelde en trainde uitsluitend op semiprofbasis. Daarnaast werkte hij in de drukkerijwereld. Hij hechtte grote waarde aan zijn lichamelijk welzijn en liep tot ver na zijn pensionering nog regelmatig zijn rondjes in het nabij zijn woning gelegen Zuiderpark. Hij koesterde één droom, die nooit bewaarheid werd: jeugdtrainer worden bij ADO. Hij had er altijd zijn ideeën over, maar voelde zich op dit punt nooit begrepen.

Wij wensen de nabestaanden van Peter veel sterkte bij de verwerking van dit verlies.