Fons Groenendijk aangesteld als nieuwe hoofdtrainer ADO Den Haag

ADO Den Haag heeft Fons Groenendijk per direct aangesteld als hoofdtrainer. De 52-jarige Leidenaar is de opvolger van Zeljko Petrovic, waarvan dinsdag na goed overleg werd besloten de samenwerking tussen hem en ADO Den Haag te beëindigen. Groenendijk heeft een contract getekend tot het einde van dit seizoen, met een optie voor nog twee seizoenen.

Bij ADO Den Haag is Groenendijk geen onbekende. Hij debuteerde er in het seizoen 1982/1983 op 18-jarige leeftijd als speler in het betaalde voetbal. Met FC Den Haag werd de middenvelder in 1986 ongeslagen kampioen van de Eerste Divisie. Groenendijk bleef tot 1987 actief in Den Haag. Hij behoort tot de Club van 100 voor spelers die meer dan honderd wedstrijden voor FC/ADO Den Haag hebben gespeeld. Groenendijk kwam vervolgens uit voor Roda JC, Ajax (waarmee hij in 1992 de UEFA Cup won), Manchester City, Sparta en zette in 2001 een punt achter zijn loopbaan bij FC Utrecht.

Na zijn debuut als hoofdcoach voor amateurclub Katwijk werkte Groenendijk als assistent-trainer bij Sparta, Ajax en Willem II en was als hoofdtrainer actief bij datzelfde Willem II, FC Den Bosch, en in Amsterdam bij de A1 en de beloftenploeg van Ajax. Na een periode als technisch directeur van het Roemeense Universitatea Cluj slaagde hij er vorig seizoen in om Excelsior te behouden voor de Eredivisie.

Jeffrey van As, Manager Voetbalzaken van ADO Den Haag, is blij dat hij Groenendijk snel bereid heeft gevonden om naar Den Haag te komen. "Fons is een goede trainer die vorig seizoen bij Excelsior heeft bewezen om met beperkte middelen de club te kunnen behouden voor de Eredivisie. Bij ons komt hij in een vergelijkbare situatie terecht en wij kunnen zijn ervaring goed gebruiken. Ik heb er vertrouwen in dat hij ons op het hoogste niveau kan houden. Dat hij deze club van haver tot gort kent, is voor Fons een groot voordeel."

Groenendijk zal donderdag 9 februari voor het eerst voor de groep staan. Hij zal worden geassisteerd door Ekrem Kahya, Raymond Mulder en John Nieuwenburg.