News

Voor onze ADO Courant maakte verslaggever Martin van Zaanen een erg leuke Top 10, maar in de krant was te weinig ruimte het hele stuk te plaatsen. Zodoende kunt u hier zijn complete artikel lezen. Lees mee en zie of u het ermee eens bent, of een andere favoriet hebt op het gebied van Haagse Bluf!

Kin omhoog, borst vooruit. Wie ben jij en wat ken je dan? Kortom: Haagse Bluf. Welke ADO Den Haag voetballers beschikten daar in de loop der jaren het meest over? 1 Frans(je) Danen Ultieme feelgood voetballer, met ietwat gebogen loopje en spelinzicht dat grensde aan helderziendheid. Voor niets en niemand bang. Scoorde ‘uit’ bij Feyenoord (uiteraard met een stiftje) en deed De Kuip versteld staan met een heuse moonwalk. Speelde als tweebenige aanvallende middenvelder in Jong Oranje, maar bleef uiteindelijk een local hero. Wie beweert dat hij niet genoot van elke seconde dat Danen in het Zuiderpark voetbalde, die liegt. 2 Tscheu La Ling Qua speelstijl trad de 14-voudig international vanaf halverwege de seventies in de sporen van de Braziliaan Garrincha; dollen om het dollen, pingelen om het pingelen. Bij ADO, Ajax, Panathinaikos, Olympique Marseille, Feyenoord en FC Den Haag konden fans hun ogen niet van de grillige rechtsbuiten met de dubbele schaarbeweging afhouden - Haagse Bluf droop van hem af. Stopte al op zijn dertigste. 3 Aad Mansveld Martin Jol in de HC van 22 juni 1996: “Het meeste kreeg ik mee van Aad Mansveld." De man die Haagse bluf op de kaart zette in heel Nederland, hij belichaamde precies wat de Hagenaars en Hagenezen wilden laten zien. Op zijn standbeeld bij het Kyocera stadion staat het nog altijd, Haagse Bluf en overzettelijkheid als zijn kernwoorden. 4 Lex Immers Door zijn werklust en loopvermogen vallen zijn soms Bergkamp-achtige aannames & passes niet altijd op. Net als Dirk Kuyt reikt hij steeds iets verder dan wat men voor mogelijk hield. Nadat ADO Den Haag zich eind mei 2010 na 24 jaar - weer voor Europees voetbal had geplaatst, verwoordde Immers de emoties: ‘Wij zijn voor de rest van ons leven Haagse helden!’ 5 Mick Clavan De linksbenige dribbelkoning begon bij RVC, en speelde tussen 1943 en ‘54 voor ADO, waar ook zijn broers Tom en Cock voor uitkwamen. Vervolgens prof bij Den Haag `54, dat opging in Holland Sport (SHS). Tussen 1956 en ‘63 wederom ADO. 27 interlands, waarin hij zeven keer scoorde. Technisch zo vaardig dat het leek alsof hij de bal aan een touwtje had. Liet de tegenstander ‘happen’ en die was dan gezien. 6 Cor Lems Kousen omlaag, shirt over de broek, loeiharde tackles. Maar maak niet de fout om de gepassioneerde libero of spelmaker alleen als een schopper te omschrijven. Want wat kon hij goed voetballen. Behoorde rond 1990 tot de top van Nederland. Cor kon als geen ander de bal naar de andere kant van het veld ‘openen’ en zo’n pass kwam aan alsof hij door een satelliet werd bestuurd. 7 Carol Schuurman Wonderspits en tegelzetter. Of andersom; dat rekenen we ook goed. Kon nogal eens tegendraads uit de hoek komen. Hielden de officials en de bestuursleden niet van. De Haagse supporters juist des te meer. Wát een uitstraling had de viervoudig international. Tweebenig, raffinement en de kromme bal waar Wim van Hanegem beroemd om werd, had Carol tien jaar eerder al. 106 goals in 166 Eredivisiewedstrijden. En 29 in 30 duels in de Eerste Divisie. 8 Harry van der Laan Kon twee kansen hopeloos missen en de derde ging genadeloos raak. Vanwege fraai gestyleerde kuif ook wel: Harry de Föhn. Al gaf hij zelf de voorkeur aan zijn tweede bijnaam: Harry van Basten. In geen ander profshirt dat hij droeg (Feyenoord, Dordrecht’90, Cambuur, FC Den Bosch en Viterbese Calcio) als dat van ADO Den Haag was hij zo doeltreffend. Hij speelde er van 1988 tot en met ‘90 en van ‘91 tot en met ‘95. 9 Wim Tap Die man bleef maar pingelen en kappen en draaien - daar was later zelfs Faas Wilkes niets bij. Bij hem was Haagse Bluf gestoeld op 100% zelfvertrouwen. Wat was de man ongelooflijk goed. Zijn 33 interlands en de 17 goals die hij daarin maakte, getuigen daarvan. Net als het feit dat hij in 1925 ADO’s eerste international was. En zijn club later als trainer tweemaal landskampioen maakte. 10 Michel Groenteman 1996/’97. ADO had een dramatisch jaar achter de rug en was, met een mix van talenten en topamateurs, weer onderweg omhoog en op de vleugel speelde een wel heel snelle Jelle. Beschikte in groengeel overduidelijk over Haagse Bluf, maar was een rasamsterdammer. Toch loeipopulair. Vanwege zijn spektakeldribbels, zijn lef. En wat kon je zijn naam lekker scanderen: Groente-Groente-Groeteman!