Behalve met sterke tegenstanders hebben de meidenteams van ADO Den Haag Vrouwen dit weekeinde op het jeugdtoernooi van VV Alkmaar ook af te rekenen met regen, kou en een stormachtige wind.

Op naastgelegen velden begonnen de Haagse meiden zaterdag met een double-header tegen Heerenveen (onder 15) en het Zweeds HGH FC. In woeste windvlagen bleef ADO Den Haag O14 knap op de been. Uit een vrije trap van Zoey Groenendijk bracht Quinty Dupon tegen de Friezinnen de eerste Haagse treffer op haar naam. Daarna kwam de verdediging onder steeds zwaardere druk te staan. De paal en een knappe redding van doelvrouw Bo van den Bosch hielden de voorsprong intact. Op het andere veld had O16 lang het beste van het spel. Sadeyah Rosa werd bij een hoekschop op het nippertje van een treffer gehouden. Een ongelukkige sliding resulteerde in een strafschop en de Zweedse openingstreffer. Uit een counter liep ADO Den Haag nieuwe averij op. Een verdiende tegengoal bleef uit omdat Manon van Raays ziedende uithaal op de paal uiteen spatte.

De meiden onder 16 verloren daarna ook van de DIA Academy (1-2) en Feyenoord onder 17 (1-3). O14 gaf het succes tegen Heerenveen een passend vervolg tegen het Regioteam Noord-Holland. Kort nadat de partijen van helft waren gewisseld brak Amanda de Leur de score open. Van buiten het strafschopgebied joeg zij de bal hoog in het doel. De goed spelende Shannon Tabi liep daarna de doelvrouw voorbij en bracht haar ploeg met een harde uithaal in veilig vaarwater. Celine van der Toorn bepaalde de eindstand op 3-0. In een rechtstreeks duel om de eerste plaats van de poule bleef het Regioteam Twente net aan de goede kant van de score. Goalie Vera Jansen had geen verweer tegen een schot in de verre hoek: 0-1. Ook met de mee naar voren gestuurde Nikki van den Burg kon de Haagse aanval deze keer geen potten breken.

Wordt zondag vervolgd.

De beloften oefenden zaterdag in Rijnsburg tegen de jongens onder 15 van Rijnsburgse Boys. Naomi Piqué zorgde voor een vroege voorsprong die met succes werd verdedigd.

Actiefoto`s: René Jansen.