Op de leeftijd van 90 jaar is op 28 februari Gerrie Vreken overleden. Hij maakte deel uit van het elftal van ADO, dat in 1942 en 1943 kampioen van Nederland werd. Op 14 juni 1943 was hij in de kampioenswedstrijd, thuis tegen Sportclub Enschede, de maker van het enige doelpunt. In de zomer van 1939 maakte hij als zestienjarige zijn debuut tijdens het toernooi om de Zilveren Bal, een destijds gerenommeerd toernooi bij Sparta aan de vooravond van de competitie. Hij was snel, gaf goede voorzetten en pikte de nodige goaltjes mee. Als rechtsbuiten groeide Gerrie Vreken voor de ploeg van trainer Wim Tap uit tot een speler die vaak een belangrijk aandeel had in de wedstrijd.

Toch zou Gerrie Vreken nooit de erkenning krijgen die een dergelijke speler normaliter ten deel zou vallen. Dat had te maken met de keuze die hij als 21-jarige jongeman tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte. Hij wilde niet naar Duitsland, waar hij voor de Arbeitseinsatz zou moeten werken. Hij koos voor een aan de NSB gelieerde instelling, die hem in de gelegenheid zou stellen gewoon voor ADO te blijven kunnen voetballen. Weliswaar moest hij wel naar Drenthe om mee te werken aan het ontginnen van heidevelden, maar hoefde geen wedstrijd van de club te missen. Op zijn jas droeg hij een speld van de NSB, hoewel teamgenoten hem vroegen dat af te doen. Dat deed hij niet. Mede daardoor droeg hij ertoe bij, dat ADO de naam kreeg van NSB-club. Daags na de Bevrijding op 5 mei 1945 ging bij ADO een zuiveringscommissie aan het werk. Oud-voorzitter Leurs, secretaris Van der Valk en Gerrie Vreken werden uit de vereniging gezet, omdat zij te nadrukkelijk in de sporen hadden gelopen van de bezetter. De gevolgen van zijn keuze zouden Gerrie Vreken tot aan zijn heengaan achtervolgen. Hij week uit naar Frankrijk, waar hij als prof ging voetballen voor FC Nantes. Kees Rijvers belde hem in maart 1953 op om mee te doen met een Nederlands elftal van in Frankrijk spelende profs tegen het Franse nationale elftal ten bate van de slachtoffers van de Watersnoodramp in Zeeland. Het in wijnrode shirts gehulde Nederlandse team won de zogenaamde Watersnoodwedstrijd met 2-1. De euforie in Nederland – waar de KNVB bleef vasthouden aan amateurvoetbal – was zo groot, dat deze op 12 maart 1953 in Parijs gespeelde wedstrijd wordt beschouwd als de katalysator van de invoering van profvoetbal in Nederland. Vreken was in die wedstrijd overigens rechtsback, hoewel hij altijd als rechtsbuiten fungeerde. Hoewel hij inmiddels in Frankrijk was gesetteld kon Gerrie Vreken Nederland nooit vergeten. Hij speelde nog voor Monaco, na zijn spelersloopbaan werd hij trainer. Zelfs nog enkele jaren in Nederland, bij Zwolsche Boys en Be Quick 1887. Daarna zette hij zijn trainersloopbaan voort, onder andere bij FC Dugny, in de buurt van Verdun. De laatste jaren woonde hij in Villefagnan (bij Poitiers) met zijn vrouw Rose. Zijn eerste (Franse) vrouw was in 1959 overleden. Bijna elk jaar begin mei kreeg hij journalistiek bezoek uit Nederland om te praten over zijn verleden. Hij verstopte zich er niet voor, maar deed zijn verhaal vol emotie. Zijn in de oorlogsjaren gedane keuze maakte hem in Nederland en bij ADO tot een onbegrepene. Zo voelde hij het. Het deed hem verdriet, tot aan zijn dood.