Velen zien Tom Beugelsdijk (26) als een typische ADO Den Haag-speler. Geboren en getogen in de stad, de Haagse tongval en altijd voorop in de strijd. Supporters lopen met hem weg. Met uitzondering van uitstapjes naar FC Dordrecht en FSV Frankfurt loopt Beugelsdijk al vanaf zijn tiende rond bij ADO Den Haag. Met recht een kind van de club.

Hoewel het zo’n 16 jaar geleden was dat Beugelsdijk zijn entree in de jeugdopleiding van ADO Den Haag maakte, kan hij zijn eerste stappen op het complex De Aftrap nog goed herinneren. "Ik kwam over van RVC Rijswijk en mocht als 10-jarige op stage bij ADO Den Haag. Natuurlijk vond ik dat spannend. Maar ik ging geen gekke dingen doen. Al snel kwam ik een paar rondes verder, en voordat ik het wist werd ik toegelaten tot de jeugdopleiding. Dat was voor de positie waar ik nu nog steeds speel: centraal achterin. Ik zat nu bij een profclub, maar voelde weinig extra druk om te presteren. Ik vond het altijd leuk om te voetballen en dat veranderde niet. Vaak was ik al twee uur voor een training op het veld te vinden om een beetje met de bal te 'kloten'. Ja, aan mijn eerste periode bij de club heb ik goede herinneringen."

Een goede tackle
Beugelsdijk doorliep de jeugdopleiding gestaag. Hij begon bij de D-junioren onder trainer Hans de Zeeuw. Het jaar erop kwam bij onder de vleugels van Ron Kenter terecht, inmiddels verantwoordelijk voor de jeugdscouting bij ADO Den Haag. Beugelsdijk was nooit een exceptioneel talent. Hij moest het vooral hebben van hard werken. "Ik heb dan ook nooit een elftal overgeslagen. Ik schikte me ook in mijn rol als verdediger. De meeste jeugdspelers willen alleen maar scoren. Ik had die drang totaal niet. Ik vond het veel mooier een goede tackle te maken. De trainers konden dat ook waarderen. Zij zeiden dat ik vooral mijn sterke punten moest verbeteren en geen gekke dingen moest doen. Je merkte wel dat de echte talenten soms wat meer aandacht kregen, maar ik voelde me nooit achtergesteld."

Genoeg mensen in mijn omgeving zeiden: 'Tom, door hard te werken ga jij het gewoon redden'

- Tom Beugelsdijk

Langzaam werkte Beugelsdijk zich op tot Jong ADO Den Haag. Daar kreeg hij voor het eerst te maken met echte tegenstand. "Bij de tweede elftallen speelden vaak jongens die het eerste net niet haalden of terugkwamen van een blessure. Een van mijn eerste wedstrijden bij 'Jong' was tegen Feyenoord. Ik had als directe tegenstander Roy Makaay. Dat was echt gaaf. Je leerde daar zoveel van. Ik had hem de hele wedstrijd in de tas, tot hij in de laatste minuut opeens slim bij me wegliep en scoorde. Negentig minuten lang moet je de volledige focus houden. Dat was de grootste les."

In 2010 en 2011 mocht Beugelsdijk in de voorbereiding op het seizoen meedoen met de hoofdselectie. Twee maal werd hij uiteindelijk uitgeleend aan FC Dordrecht, waarna de verdediger in 2012 eindelijk zijn debuut maakte in de hoofdmacht bij VVV uit. Tegen Ajax debuteerde Beugelsdijk in de basis. Hij wist gelijk te scoren. Na een uitstap van een jaar bij Frankfurt lijkt de Hagenaar niet meer weg te denken bij ADO Den Haag. Hij beseft zich goed in wat voor gelukkig positie hij zich begeeft: voetballen bij de club van zijn jeugd.

Keihard werken
"Geen één jongen van waar ik mee in de jeugdopleiding speelde, is nu nog actief in het profvoetbal. Ja, ik denk wel dat dat iets over mij zegt. Waar anderen het vaak puur van het talent moesten hebben, ben ik zover gekomen door mijn werklust. Ik stak nooit boven anderen uit. Toch heb ik ook nooit gedacht ik dat ik eerste van ADO Den Haag niet zou halen. Hoewel ik best lang op mijn daadwerkelijke debuut moest wachten. Maar genoeg mensen in mijn omgeving zeiden: 'Tom, door hard te werken ga jij het gewoon redden'. En zo gebeurde dat ook. Die jaren bij Dordrecht, bijvoorbeeld, hebben mij echt gevormd tot de voetballer die ik nu ben. En laat ik die belangrijke tijd in de jeugdopleiding van ADO Den Haag niet vergeten."

Vergeleken met de jaren dat Beugelsdijk in de jeugdopleiding van ADO Den Haag zat, is er een hoop veranderd in positieve zin. "Er staat echt een prachtig complex met alle moderne faciliteiten die bij een profclub horen. Als ik weleens op De Aftrap ben, loop ik daar trots rond. Ook heel leuk om te zien hoe al die jonge gastjes lekker aan het voetballen zijn. Daar herken ik mezelf wel in terug. Dat was een mooie tijd."